De Hebreusche grammatica ofte taal-konst

Gepubliceerd op 4 december 2025 om 10:28

Zojuist is er een artikel van mijn hand verschenen in de Alef Beet, het blad van de Vereniging Hebreeuws, over de oudste Nederlandstalige grammatica van het Hebreeuws, De Hebreusche grammatica ofte taal-konst (1627) van Sixtinus Amama, hoogleraar te Franeker. In het artikel bespreek ik hoe deze grammatica verschilt van een moderne, zoals Lettinga, maar ook ten opzichte van Amama's tijdgenoten. De Alef Beet is een geschikt platform hiervoor, omdat de lezers naar verwachting kennis hebben van de Hebreeuwse taal en daar interesse in hebben. In tegenstelling tot eerdere publicaties over Amama kon mijn artikel daardoor ingaan op gedetailleerde kwesties. Wat betreft de geschiedenis van de Hebraïstiek en de zeventiende-eeuwse universiteiten ben ik een leek; ik stuitte gewoon al lezende in de Taal-konst op allerlei bemerkenswaardigheden die ik graag voor het voetlicht wilde brengen. Uiteindelijk zijn het een hoop trivialiteiten, maar dat past goed bij de charme van de Alef Beet.

Een correctie: Tegen het einde noem ik Joachim van der Hooght; dit moet Everardus van der Hooght zijn.

Bij de opmaak door de redactie bleek dat het tekstverwerkingsprogramma de meteg weigerde weer te geven. Blijkbaar was ik de eerste auteur in Alef Beet die dit Masoretische tekentje gebruikte. Om het onderstaande voorbeeld te kunnen volgen, was dit wel van belang. De hoofdredactrice heeft moeite noch tijd gespaard om de meteg er toch in te krijgen. Dat is gelukt, maar helaas maar één i.p.v. de benodigde twee. Hierbij alsnog de tekst met beide metegs:

Het accent geeft hij niet zoals Lettinga aan met een vogeltje, maar met een silloek en noemt hij ‘ophever’. Deze moet niet verward worden met de ‘ophouder’, de meteg. Zoals bekend zien beide tekens er hetzelfde uit. ‘[B]y exempel, פּוֺֽקְדִֽים, hier zijn twe accenten, de laatste is een ophever, de eerste een ophouder’.

Onder de waaw staat een meteg om de open lettergreep aan te geven. Onder de dalet staat een silloek (die dezelfde vorm heeft als een meteg) om de klemtoon aan te geven.

In Tresoar worden twee exemplaren van de Taal-konst bewaard. Deze heb ik voor het artikel geraadpleegd, evenals de Martinio-Buxtorfiana. Niet alle foto's konden bij het artikel geplaatst worden. Gelukkig is er hier op mijn website ruimte zat.

Titelpagina van het exemplaar uit de Fuks-collectie (Tresoar, Leeuwarden). Deze bevat in dezelfde fragiele band ook Amama’s woordenboek.

Amama’s inschrijving aan de Franeker Universiteit op 10 april 1610: Sixtus, [zoon] van Johannes Ammama junior, ten eerste filosofie; daarna zich wijdend aan theologie. Uit de Franeker school.

Uit een filmpje van Museum Martena over Sixtinus Amama (https://www.youtube.com/watch?v=LF1lImAZ3Ps). Het blijft lastig voor computers dat Hebreeuws “van de rechter na de slinckerhandt” wordt geschreven.

Paradigma.

Uit de opmerking in de kantlijn blijkt dat een lezer het niet met Amama’s afwijkende opvatting eens was.

In het artikel verwijs ik naar deze afbeelding:

Ook gebruikt hij een argument dat lijkt uit te gaan van taalverwantschap, of anders taalcontact, maar mogelijk gewoon etnografisch geïnterpreteerd moet worden.

Ook in de tabel met het alfabet is de Fe door de lezer verbeterd tot Pe.

Uit de Martinio-Buxtorfiana. Amama’s toevoegingen aan de oorspronkelijke tekst plaatste hij tussen vierkante haken.

De twee exemplaren in Tresoar. Beide boeken bevatten zowel de Taal-Konst als het Woord-Boek. Destijds moest je na aanschaf van een boek dit zelf nog laten binden.

In het tweede exemplaar heeft de eigenaar zelf een inhoudsopgave toegevoegd.

In een paradigma geeft Amama de basisvormen in de verschillende stammen. Het advies luidt dat u dit met grote letters overschrijft op een papier ‘ende ’tselve aan de wand hangt, op dat ghy u ook al wandelende in het veranderen meucht oeffenen.’

Suffixen aan het naamwoord vormen een feest van herkenning, omdat net zoals in Lettinga סוּס als voorbeeld wordt genomen.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.